Klaagliederen 4:17

SV[Ain.] Nog bezweken ons onze ogen, [ziende] naar onze ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, [dat] niet kon verlossen.
WLC[עֹודֵינָה כ] (עֹודֵ֙ינוּ֙ ק) תִּכְלֶ֣ינָה עֵינֵ֔ינוּ אֶל־עֶזְרָתֵ֖נוּ הָ֑בֶל בְּצִפִּיָּתֵ֣נוּ צִפִּ֔ינוּ אֶל־גֹּ֖וי לֹ֥א יֹושִֽׁעַ׃ ס
Trans.‘wōḏênâ ‘wōḏênû tiḵəleynâ ‘ênênû ’el-‘ezərāṯēnû hāḇel bəṣipîyāṯēnû ṣipînû ’el-gwōy lō’ ywōši‘a:

Algemeen

Zie ook: Ayin, Qere en Ketiv


Aantekeningen

[Ain.] Nog bezweken ons onze ogen, [ziende] naar onze ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, [dat] niet kon verlossen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

עוד

-

ינה

-

עוֹדֵ֙ינוּ֙

-

תִּכְלֶ֣ינָה

Nog bezweken

עֵינֵ֔ינוּ

ons onze ogen

אֶל־

-

עֶזְרָתֵ֖נוּ

hulp

הָ֑בֶל

naar onze ijdele

בְּ

-

צִפִּיָּתֵ֣נוּ

met ons gapen

צִפִּ֔ינוּ

wij gaapten

אֶל־

-

גּ֖וֹי

op een volk

לֹ֥א

-

יוֹשִֽׁעַ

niet kon verlossen


[Ain.] Nog bezweken ons onze ogen, [ziende] naar onze ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, [dat] niet kon verlossen.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!